PARIJS | Tammo Schuringa | Parijs, FR

PARIJS | Tammo Schuringa | Parijs, FR

27.04.22

Gisteravond spraken we af om vandaag om 10 uur in Palais de Tokyo bijeen te komen, mits het museum dan al open zou zijn. Toen ik gisteravond thuis kwam en de openingstijden van het museum checkte bleek dat het museum pas om 12 uur de deuren opent. Middels een e-mail stelde ik Luca, Vera, Eva, Jannah en Anne voor om eerst om 11 uur in de Fondation Henri Cartier Bresson bijeen te komen en daarna naar Palais de Tokyo te gaan. Vanochtend bleek dat mijn e-mail pas laat was gelezen (niet zo verwonderlijk, iedereen lag laat in bed en wie begint er ’s ochtends met het lezen van ArtEZ-mailtjes?), zodat ik alleen de tentoonstelling van Mathieu Pernot heb bekeken. Een wrange fototentoonstelling waarin Pernot de reis die zijn opa in 1926 maakte (van Libanon naar Syrië en Irak) nog een keer zelf maakt. Bijna alles uit 1926 is door jaren voortwoekerende oorlogen verwoest, huizen, straten, culturele schatten.
1926
nu
Vervolgens bezoek ik het nabijgelegen Musée de la Chasse et de la Nature, een museum waarover ik van diverse mensen enthousiaste verhalen hoorde vanwege hun conceptuele aanpak. Het museum combineert werken uit de eigen collectie (wapens, opgezette dieren, jachthoorns, everzwijn terrines, etc.) met werken van eigentijdse kunstenaars die inspelen op de collectie van het museum. Dit keer is die eer ten deel gevallen aan een groep graffiti kunstenaars. De combinatie weet nergens te overtuigen, de combinatie doet gezocht aan, de graffiti werken zijn vaak ronduit truttig en/of kitscherig.
Dan maar naar het Palais de Tokyo, een museum dat eigenlijk altijd weet te inspireren. Gelukkig zijn Luca, Vera, Eva, Jannah en Anne nog aanwezig als ik rond 14 uur arriveer, zij het dat zij al bijna alle tentoonstellingen hebben gezien en ik nog in de startblokken sta. In een half uur bekijk ik zo goed mogelijk zo veel mogelijk, daarna drinken we gezamenlijk iets in het museumcafé en nemen vervolgens afscheid van Jannah, die vanavond naar Madrid vertrekt. De prachtige educatieve 19e eeuwse bloemen van papier maché, geleend van het herbarium van de universiteit van Lyon, weten meteen te overtuigen, evenals de film ‘Koropa‘ die Laura Henno maakte over ‘Patron’, een jongen van een jaar of acht/negen (?), die ’s nachts zijn eerste clandestiene passagiers van het Afrikaanse vasteland naar het (Franse) eiland Mayotte vaart.
We vertrekken van Palais de Tokyo met de metro naar Le Marais, een wijk waar veel galeries te vinden zijn en bezoeken daar galerie Christian Berst, een fijne galerie die art brut toont. Veel van de getoonde werken zijn verkocht, vaak tegen niet geringe prijzen, het bewijs dat ook art brut kunstenaars inmiddels op serieuze erkenning kunnen rekenen.
Jesuys Chrystiano
Jean Perdrizet  
We bezoeken ook nog een aantal andere galeries, waarna ik op de hoek van de Rue du Temple afscheid neem van Luca, Vera, Eva en Anne. Ik haal m’n spullen op en vertrek naar Gare du Nord, waar ik op een terras in gesprek raak met een Engelsman die me vertelt dat hij twaalf jaar voor de klas heeft gestaan als wiskundeleraar. Nu heeft hij een bedrijf dat gespecialiseerd is in dataverwerking, vanavond gaat hij uit eten met een aantal zakenlui. Hij schaamt zich omdat hij een tand voor in zijn mond mist. Ooit eruit gemept tijdens een bokspartij, en daarna verkeerd behandeld door een tandarts, waardoor hij nu nauwelijks vast voedsel tot zich kan nemen. Terug in Amsterdam neem ik een stampvolle trein met mensen die nog natollen van het vieren van de verjaardag van ’s lands koning. Niemand kan meer voor- of achteruit, we staan tegen elkaar aan geperst in het bedompte gangpad van de zich traag voortbewegende trein. Zonder mondkapje. Een groter verschil met het zonovergoten idyllische Parijs, waar iedereen verplicht is in het openbaar vervoer een mondkapje te dragen, is nauwelijks denkbaar.
Luca in Jardin des Plantes
De overwinnaar, Emmanuel Macron, door Jae Ray Mie